De Participatiewet geëvalueerd
Op 1 januari 2015 werd in Nederland de Participatiewet ingevoerd. De ambitie was helder: de bestaande wetgeving rond arbeidsmarkt en sociale ondersteuning vereenvoudigen en meer mensen uit kansengroepen toeleiden naar werk in de reguliere economie. De uitvoering van de wet werd overgedragen aan de lokale gemeenten, in de hoop op maatwerk en efficiëntie.
Maar bijna tien jaar later rijst de vraag: heeft de Participatiewet haar doelstellingen gehaald? Of is de decentralisatie een vergissing gebleken?
Toenemende kritiek op de uitvoering
In de praktijk blijkt dat de wet steeds meer onder vuur komt te liggen. Zowel vanuit het werkveld als vanuit beleidskringen klinkt kritiek op de complexiteit van de uitvoering, de ongelijkheid tussen gemeenten, en het gebrek aan structurele ondersteuning voor mensen met een arbeidsbeperking.
De bedoeling was dat meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam aan de slag zouden gaan in reguliere jobs. Maar in de realiteit blijft de doorstroom beperkt, en kampen veel mensen met bureaucratische drempels en gebrek aan begeleiding.
Analyse door Maarten Gielen (IBN)
In een kritisch en genuanceerd artikel, verschenen in WerkVormen, gaat Maarten Gielen van het Nederlandse maatwerkbedrijf IBN dieper in op de effecten en tekortkomingen van de wet. Op basis van praktijkervaring en beleidsanalyse stelt hij pertinente vragen bij het huidige systeem en reikt hij mogelijke alternatieve modellen aan die wél kunnen werken.
Zijn conclusie is duidelijk: als we willen dat mensen met een kwetsbaar profiel écht kansen krijgen op de arbeidsmarkt, dan moet de wetgeving eenvoudiger, de ondersteuning structureler, en de uitvoering consistenter.
📖 Benieuwd naar het volledige interview met Maarten Gielen?
📩 Vraag jouw exemplaar van WerkVormen aan via nathalie.colsoul@groepmaatwerk.be en ontdek wat Vlaanderen kan leren van de Nederlandse ervaring.